Waarom wordt in sommige landen links en in andere rechts gereden?
Geschiedenis en oorsprong
Ongeveer 35% van de wereldbevolking rijdt links, en dat zijn dan vooral Britse oud-kolonies. De rest van de wereld vindt dat maar vreemd, maar er is een perfect verklaarbare reden voor. Klik hier voor een wereldkaart en een exhaustieve overzichtslijst van alle landen ter wereld waar men aan de linker- of rechterkant van de weg rijdt.
In het verleden reed bijna iedereen aan de linkerkant van de weg omdat dat de meest vanzelfsprekende keuze was in feodale, gewelddadige tijden. Aangezien de meeste mensen rechtshandig zijn, reden de ridders te paard het liefst links om zo met hun rechterhand hun linkshangende zwaard uit de schede te trekken en een mogelijke aankomende tegenstander van dichtbij te raken. Bovendien verminderde links rijden de kans dat de schede, die links hing, mensen raakte in het passeren.
Ook is het zo dat een rechtshandige persoon het meestal makkelijker vindt om een paard van de linkerkant te bestijgen, en het is behoorlijk moeilijk om het dier van de andere kant te beklimmen met een linkshangend zwaard om je middel. Daarnaast is het uiteraard veiliger om aan de zijkant van de weg op een paard te klimmen, in plaats van in het midden: als je links je paard bestijgt, dan moet je eigenlijk ook links rijden.
Aan het einde van de jaren 1700 raakten in Frankrijk en de VS echter karren in zwang die grote hoeveelheden landbouwproducten en andere goederen konden transporteren; vanwege hun omvang moesten die door vier of zelfs meer paarden worden voortgetrokken. Deze wagens hadden vaak geen bok, waardoor de koetsier in dat geval op het paard linksachter ging zitten. Dat was de ideale plaats om met de zweep in zijn rechterhand de paarden aan te drijven. Aangezien de bestuurder links zat, wilde hij natuurlijk dat tegenliggers hem links passeerden zodat hij zich ervan kon vergewissen dat de wielen van de van de aankomende koets de wielen van zijn eigen wagen niet zouden raken. Vandaar dat de koetsiers van zulke aanspanningen consequent rechts reden.
De Deense gezant bij tsaar Peter de Grote schreef in 1709 dat het hem opviel dat er bijna overal in Rusland rechts gereden werd. Het duurde wel nog tot 1752 voor keizerin Elisabeth I het rechtsrijden verplicht maakte. Daarnaast droeg ook de Franse Revolutie in 1789 haar steentje bij tot de verdere verspreiding van het rechtsrijden in Europa. Vóór de Revolutie was de linkerkant van de weg in Frankrijk voorbehouden voor de aristocratie, en moest plattelandsbevolking rechts houden. Maar na de bestorming van de Bastille en de daaruit voortvloeiende gebeurtenissen, wou de burgerij liever niet te veel in de kijker lopen en ze begon dus ook rechts te rijden, net als de gewone man. In Parijs werd het in 1794 verplicht om rechts te rijden, één jaar nadat het rechtsrijden in Denemarken officieel was ingevoerd.