Skip to main content

Last updated: 23 januari 2024

Waarom wordt in sommige landen links en in andere rechts gereden?

Geschiedenis en oorsprong

Ongeveer 35% van de wereldbevolking rijdt links, en dat zijn dan vooral Britse oud-kolonies. De rest van de wereld vindt dat maar vreemd, maar er is een perfect verklaarbare reden voor. Klik hier voor een wereldkaart en een exhaustieve overzichtslijst van alle landen ter wereld waar men aan de linker- of rechterkant van de weg rijdt.

In het verleden reed bijna iedereen aan de linkerkant van de weg omdat dat de meest vanzelfsprekende keuze was in feodale, gewelddadige tijden. Aangezien de meeste mensen rechtshandig zijn, reden de ridders te paard het liefst links om zo met hun rechterhand hun linkshangende zwaard uit de schede te trekken en een mogelijke aankomende tegenstander van dichtbij te raken. Bovendien verminderde links rijden de kans dat de schede, die links hing, mensen raakte in het passeren.

Rechtshandige ridders hielden liever links om zo hun rechterarm dichter in de buurt van een tegenstander te hebben

Ook is het zo dat een rechtshandige persoon het meestal makkelijker vindt om een paard van de linkerkant te bestijgen, en het is behoorlijk moeilijk om het dier van de andere kant te beklimmen met een linkshangend zwaard om je middel. Daarnaast is het uiteraard veiliger om aan de zijkant van de weg op een paard te klimmen, in plaats van in het midden: als je links je paard bestijgt, dan moet je eigenlijk ook links rijden.

Aan het einde van de jaren 1700 raakten in Frankrijk en de VS echter karren in zwang die grote hoeveelheden landbouwproducten en andere goederen konden transporteren; vanwege hun omvang moesten die door vier of zelfs meer paarden worden voortgetrokken. Deze wagens hadden vaak geen bok, waardoor de koetsier in dat geval op het paard linksachter ging zitten. Dat was de ideale plaats om met de zweep in zijn rechterhand de paarden aan te drijven. Aangezien de bestuurder links zat, wilde hij natuurlijk dat tegenliggers hem links passeerden zodat hij zich ervan kon vergewissen dat de wielen van de van de aankomende koets de wielen van zijn eigen wagen niet zouden raken. Vandaar dat de koetsiers van zulke aanspanningen consequent rechts reden.

De Deense gezant bij tsaar Peter de Grote schreef in 1709 dat het hem opviel dat er bijna overal in Rusland rechts gereden werd. Het duurde wel nog tot 1752 voor keizerin Elisabeth I het rechtsrijden verplicht maakte. Daarnaast droeg ook de Franse Revolutie in 1789 haar steentje bij tot de verdere verspreiding van het rechtsrijden in Europa. Vóór de Revolutie was de linkerkant van de weg in Frankrijk voorbehouden voor de aristocratie, en moest plattelandsbevolking rechts houden. Maar na de bestorming van de Bastille en de daaruit voortvloeiende gebeurtenissen, wou de burgerij liever niet te veel in de kijker lopen en ze begon dus ook rechts te rijden, net als de gewone man. In Parijs werd het in 1794 verplicht om rechts te rijden, één jaar nadat het rechtsrijden in Denemarken officieel was ingevoerd.

Later zorgden de veroveringen van Napoleon ervoor dat rechtsrijden zich ook verspreidde naar de lage landen (België, Nederland en Luxemburg), Zwitserland, Duitsland, Polen en grote delen van Spanje en Italië. De landen die niet door Napoleon waren veroverd, bleven links rijden: Groot-Brittannië, Oostenrijk-Hongarije en Portugal. Deze Europese links-rechts tweedeling bleef meer dan 100 jaar bestaan, tot na de Eerste Wereldoorlog.

De Franse keizer Napoleon Bonaparte (1812)

Hoewel het linksrijdende Zweden na de Finse Oorlog (1808-1809) Finland had moeten afstaan aan rechtsrijdend Rusland, bleven de Zweedse wetten (inclusief het verkeersreglement) nog 50 jaar lang van kracht. Het was pas in 1858 dat Rusland met een keizerlijk decreet Finland van kant deed veranderen.

Door de jaren heen namen steeds meer landen de beslissing om rechts te gaan rijden, maar het notoire traditionalisme van de Britten heeft een wereldwijde harmonisatie verhinderd. Toen in de negentiende eeuw wegenbouw een hoge vlucht nam en ook reizen almaar populairder werd, voerden veel landen een officieel verkeersreglement in. Groot-Brittannië maakte het linksrijden verplicht in 1835, en die regeling gold uiteraard ook in de landen die toen deel uitmaakten van het Britse Rijk. Dat verklaart dus waarom tot op de dag van vandaag India, Pakistan, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en andere Britse ex-kolonies links rijden. Uitzondering op de regel is Egypte, dat van 1798 tot 1801 door de Franse legers van Napoleon werd bezet en zo in contact kwam met het rechtsrijden. Tijdens de Britse overheersing van Egypte, heeft het Verenigd Koninkrijk zich nooit de moeite getroost om Egypte weer links te doen rijden.

Hoewel Japan geen vroegere kolonie van Groot-Brittannië is, rijdt het land ook links. Deze oorspronkelijk ongeschreven gewoonte dateert uit de Edoperiode (1603-1868), maar werd pas in 1872 min of meer officieel toen de eerste Japanse spoorlijn werd geopend, gebouwd met Britse expertise. De trein reed links en dat bleef zo bij de verdere uitbouw van het Japanse spoor- en tramlijnnetwerk. Toch duurde het nog een halve eeuw voor in 1924 het linksrijden wettelijk werd vastgelegd.

Toen Nederland vanaf 1596 begon met de kolonisatie van Indonesië en de Indische Archipel, bracht het ook de gewoonte om links te rijden met zich mee. Nederland reed in die tijd immers nog links, want pas na de verovering van de lage landen door Napoleon zijn wij rechts beginnen te rijden. In de meeste kolonies, zoals ook Maleisië en Suriname, bleven de mensen echter links rijden.

In de beginjaren van de Engelse kolonisatie van Noord-Amerika werden de Britse rijgewoonten gevolgd en reden de inwoners links. Nadat de Verenigde Staten zich onafhankelijk hadden verklaard op 4 juli 1776, werd geleidelijk aan alles geëlimineerd wat te veel naar Groot-Brittannië rook, zoals ook het linksrijden. Bij deze beslissing speelde ook de invloed van andere Europese – vooral Franse – immigranten een grote rol. De eerste wet die rechtsrijden verplicht maakte, werd in 1792 ingevoerd in de staat Pennsylvania, en gelijkaardige wetten werden een paar jaar later goedgekeurd in de staten New York (1804) en New Jersey (1813).

Paard en kar aan de linkerkant van de weg in Vancouver, Brits-Columbia (1880)

Ondanks de ontwikkelingen in de VS, bleven sommige delen van buurland Canada het linksrijden handhaven tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Het grondgebied dat in Franse handen was (van Québec tot Louisiana) reed rechts, maar de Britse delen van Canada (Brits-Columbia, New Brunswick, Nova Scotia, Prins Edwardeiland en Newfoundland) bleven links rijden. Brits-Columbia en de Atlantische provincies gingen rechts rijden in de jaren 1920 om zichzelf zo in overeenstemming te brengen met de rest van Canada en de VS. Newfoundland bleef tot 1947 links rijden en voegde zich uiteindelijk bij Canada in 1949.

In Europa schakelde het ene na het andere linksrijdende land over naar rechts verkeer. Portugal switchte in 1928. De omschakeling gebeurde voor het hele land op dezelfde dag, inclusief de toenmalige Portugese kolonies. Voor de gebieden die echter aan een linksrijdend land grensden, werd een uitzondering gemaakt. Dat verklaart waarom Macau (tegenwoordig een speciale bestuurlijke regio van China), Goa (nu een deel van India) en Portugees Oost-Afrika (tegenwoordig Mozambique) bij het oude systeem zijn gebleven. Oost-Timor, dat aan linksrijdend Indonesië grenst, schakelde wél over naar rechts verkeer, maar toen het in 1975 door de Indonesiërs geannexeerd werd, moest de bevolking weer links gaan rijden.

In Italië begon men voor het eerst rechts te rijden in de late jaren 1890. Het eerste Italiaanse verkeersreglement, uitgevaardigd op 30 juni 1912, stelde dat alle verkeer rechts moest houden. Steden die echter over tramlijnen beschikten, mochten links blijven rijden op voorwaarde dat ze waarschuwingsborden aan de gemeentegrenzen plaatsten. De verkeerswet van 1923 was iets strenger, maar Rome en de Noord-Italiaanse steden Milaan, Turijn en Genua konden tot nader order links blijven rijden. Tegen het midden van de jaren 1920 werd rechts verkeer dan eindelijk de norm in heel Italië: Rome switchte op 1 maart 1925 en Milaan op 3 augustus 1926.

Tot in de jaren 1930 was er in Spanje geen nationaal verkeersreglement. Sommige delen van het land reden rechts (Barcelona, bijvoorbeeld) en in andere streken werd er links gereden, bijvoorbeeld in Madrid. Op 1 oktober 1924 ging Madrid over op rechts verkeer.

Toen de nazi’s op 12 maart 1938 Oostenrijk binnentrokken, beval Hitler al het verkeer rechts te rijden.

Het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije bracht geen veranderingen in het verkeersreglement teweeg: Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Hongarije bleven links rijden. Oostenrijk was een geval apart: de helft van het land reed links en de andere helft rechts. Weinig verrassend kwam de scheidingslijn tussen beide delen exact overeen met de grenzen van Napoleons veroveringen in 1805.

Tussen 1921 en 1935 gingen de Oostenrijkse Bundesländer Vorarlberg, Tirol, Karinthië, evenals het westelijke deel van Salzburg over naar rechts verkeer. Toen Duitsland in 1938 Oostenrijk annexeerde, moest iedereen met onmiddellijke ingang rechts gaan rijden. Deze bruuske omschakeling veroorzaakte complete chaos onder de weggebruikers omdat ze de meeste verkeersborden niet meer konden zien. In Wenen bleek het onmogelijk om de trams van de ene op de andere dag van kant te doen veranderen, waardoor gedurende een aantal weken de trams nog links bleven rijden, terwijl het andere verkeer al rechts reed. Tsjecho-Slowakije en Hongarije, beiden bij de laatste landen van Europa om links te rijden, conformeerden zich aan hun buurlanden toen Duitsland er in respectievelijk 1939 en 1944 binnenviel.

De opmars van het rechtsrijden was ondertussen niet meer te stoppen. In massa geproduceerde Amerikaanse auto’s, die ontworpen waren om er rechts mee te rijden, werden in ongewijzigde vorm over de hele wereld geëxporteerd, wat ertoe leidde dat veel landen het praktischer vonden om meteen dan ook maar zelf over te schakelen op rechts verkeer.

Gibraltar maakte de switch in 1929 en China in 1946. Hong Kong, dat toen nog een Britse kolonie was, bleef echter links rijden. Toen Groot-Brittannië in 1997, na 156 jaar Britse koloniaal bewind, de stad overdroeg aan China werd de zogenaamde ‘basiswet’ aangenomen die garandeert dat Hong Kongs “manier van leven” tot 2047 ongewijzigd blijft…

De Japanse ex-kolonie Korea rijdt rechts, maar dat komt doordat het na de Tweede Wereldoorlog in de Amerikaanse en Russische invloedssfeer terechtkwam. Pakistan overwoog in de jaren 1960 om rechts te gaan rijden, maar besliste uiteindelijk om het niet te doen. Het hoofdargument tegen de omschakeling was dat karavanen kamelen vaak ’s nachts op tocht waren, terwijl hun kamelendrijvers ondertussen zaten te dutten. De moeilijkheid om oude kamelen nieuwe trucjes aan te leren, was doorslaggevend in het afketsen van het plan. Nigeria, een vroegere Britse kolonie, reed links met uit Groot-Brittannië geïmporteerde voertuigen, maar toen het onafhankelijk werd, wou het zijn koloniale verleden van zich afschudden en ging in 1972 rechts rijden.

Na de Tweede Wereldoorlog was Zweden de enige natie op het Europese vasteland die nog altijd links reed. Buurlanden Noorwegen en Finland waren al eerder rechts gaan rijden, wat behoorlijk wat problemen veroorzaakte op de talloze landweggetjes die tevens (slecht aangeduide en onbewaakte) grensovergangen waren. Het almaar toenemende autoverkeer bracht de zaken in een stroomversnelling.

In 1955 organiseerde de Zweedse regering een referendum over de invoering van het rechtsrijden. Hoewel niet minder dan 82,9% van de bevolking tegenstemde, duwde het parlement er toch een wet door die de omschakeling vastlegde op zondag 3 september 1967, om 5 uur ‘s morgens. De dag werd Dagen H of, in het Nederlands, H-dag genoemd. De ‘H’ staat voor ‘Högertrafik’, wat ‘rechts verkeer’ betekent in het Zweeds.

Op die bewuste zondag werd het gemotoriseerde verkeer tussen 1 uur ‘s nachts en 6 uur ‘s morgens verboden, zodat alle verkeersborden en wegmarkeringen nog diezelfde nacht konden worden aangepast. Dit was zo’n titanenwerk, dat zelfs het leger werd ingeschakeld. Ook werd de maximumsnelheid tijdelijk verlaagd, en nadien heel geleidelijk weer verhoogd. Het hele proces duurde zo’n kleine maand. Na de geslaagde transitie in Zweden, schakelde een jaar later ook IJsland over. Op 2 april 1972 begon Nigeria rechts te rijden en Ghana volgde in 1974.

In de jaren zestig overwoog Groot-Brittannië zelfs eventjes om de grote stap te zetten, maar de conservatieve krachten in het land deden er alles aan om het idee in de kiem te smoren. Daarnaast was het gigantische kostenplaatje ook niet bepaald een pluspunt… Uiteindelijk liet Groot-Brittannië het idee varen. Vandaag de dag rijden er maar vier Europese landen nog aan de ‘verkeerde’ kant: Groot-Brittannië, Ierland, Cyprus en Malta.

Samoaanse wegwerkers overschilderen de wegmarkeringen in 2009.

Op 7 september 2009 werd Samoa (niet te verwarren met Amerikaans-Samoa) het derde land ter wereld om van rechts- naar linksrijden over te schakelen. Samoa reed rechts sinds het aan het begin van de twintigste eeuw een Duitse kolonie was geworden en dat bleef ook zo toen Nieuw-Zeeland na de Eerste Wereldoorlog het bestuur ervan overnam. Zelfs toen Samoa in 1962 onafhankelijk werd, bleven de inwoners rechts rijden. Maar rechts rijden is niet bepaald een voordeel als al je auto’s importeert uit Japan, Australië en Nieuw-Zeeland. Daarom besliste de regering van Tuilaepa Sailele Malielegaoi om het verkeersreglement in overeenstemming te brengen met de rest van de regio.

Klik hier voor een lijst met alle landen ter wereld en de kant waar hun inwoners respectievelijk rijden.