Skip to main content

Last updated: 23 januari 2024

Handige reisinformatie

Gebruik enkel reisstekkers als het voltage in het land waar je op reis bent hetzelfde is als thuis of als je toestel (of oplader) meerdere voltages aankan. The bovenstaande oplader kan elke netspanning aan tussen 100 en 240 volt.


Reisstekkers veranderen de netspanning NIET!

Wat heb ik nodig om mijn toestellen op reis te gebruiken?

Wat heb ik nodig als ik in een ander land zit en mijn telefoon wil opladen? Wat is het verschil tussen een reisstekker of reisadapter en een convertor? Hier kan je alle antwoorden lezen. Maar eerst het goede nieuws: in de meeste gevallen heb je niet echt veel nodig om in het buitenland je elektronica aan de praat te krijgen…

Reisadapters (ook wel reisstekkers of tussenstekkers genoemd)

Reisadapters zorgen ervoor dat je een stekker in een niet-compatibel stopcontact kunt steken, zonder het voltage aan te passen. Als het voltage in het land waar je naartoe gaat, lager of hoger is, zorg er dan voor dan je toestel of oplader meerdere voltages aankan. Als er iets opstaat in de zin van 100-240 V~50-60 Hz, dan zit je goed. Gelukkig zijn zo goed als alle elektronische toestellen die je meeneemt op reis “multi-voltage” (bv. laptops, telefoonladers …), zodat je genoeg hebt aan een reisadapter. Stel dat je een toestel hebt waarop staat “INPUT: 220-240 V” en je zit bijvoorbeeld in de VS, dan moet je de Amerikaanse netspanning verhogen. En zo komen we aan bij de convertor en de transformator.

Convertoren

Convertoren en transformatoren kunnen beide het voltage verhogen of verlagen, maar convertoren mag je alleen gebruiken voor “elektrische” toestellen (toestellen die zorgen voor “beweging” of (beperkte) “verwarming”, zoals bijvoorbeeld haardrogers, scheerapparaten, strijkijzers, kleine ventilatoren en elektrische tandenborstels). Convertoren zijn niet gemaakt om constant te werken, dus mogen alleen voor korte periodes worden gebruikt.

Transformatoren

Transformatoren verhogen of verlagen ook het voltage, maar je mag ze ook gebruiken voor “elektronische” toestellen (toestellen met chips en printplaten vanbinnen, zoals bijvoorbeeld batterij-opladers, computers en alle bijhorende randapparatuur). Transformatoren mogen permanent gebruikt worden, maar zijn wel duurder dan convertoren.

Tegenwoordig zijn er gelukkig al heel wat elektronische toestellen die zelf de spanning detecteren en zich daaraan aanpassen. In zulke gevallen volstaat natuurlijk een adapterstekker. Voorbeelden van toestellen die (meestal, niet altijd !) zowel met 100 als met 240 volt kunnen werken, zijn laptops en telefoon-opladers. Om zeker te zijn check je best eens het toestel zelf. Als er iets opstaat in de zin van 100-240 V~50-60 Hz, dan zit je goed.

Als je een transformator koopt, moet die qua vermogen afgestemd zijn op de toestellen waarvoor je hem wil gebruiken. Als een toestel een vermogen heeft van 100 watt, dan heb je een transformator nodig die 100 watt aankan (plus een buffer van 25%). Wanneer je een aantal toestellen terzelfder tijd wil aansluiten op je transformator, dan moet je de wattage van alle aangesloten toestellen optellen en daar nog eens 25% bovenop doen.

De gegevens staan normaal gezien op de achter- of onderkant van het toestel. In sommige gevallen staat alleen de ampèrage (A) op het etiket. Om de wattage te berekenen, moet je het voltage vermenigvuldigen met de ampèrage. Bijvoorbeeld: 230 V * 2 A = 460 W.

Hieronder staat een lijstje dat je een idee geeft van wat ongeveer de wattage is van een aantal veelgebruikte toestellen. Gebruik dit lijstje zeker niet als leidraad bij de aankoop van een convertor of een transformator: check altijd het label aan de onderkant van het toestel in kwestie !

  • 100 watt (of minder): kleine toestellen, zoals opladers voor mobieltjes, laptops en fototoestellen; daar zal je echter nooit een transformator of convertor voor nodig hebben want ze zijn zo goed als altijd dubbel voltage (ze kunnen dus alle voltages aan). Ook kleine ventilatoren en printers hebben vaak een vermogen van rond de 100 watt.
  • 300 watt: de meeste tv’s, elektrische dekens en koelkasten.
  • 500 watt: blenders, beamers (projectoren) en thuisbioscoopsystemen.
  • 1000 watt: kleine convectorkacheltjes en staafmixers.
  • 1600 – 2000 watt: haardrogers, vaatwassers, wasmachines, stofzuigers en de meeste toestellen met verwarmingselementen zoals convectorkachels, broodroosters, frituurpannen, strijkijzers en koffiezetapparaten.
  • 3000 watt: wasdrogers (droogkasten genoemd in Vlaanderen) en grote airconditioningtoestellen.

Let op ! Transformatoren en convertoren verhogen of verlagen het voltage, maar NIET de frequentie. Het verschil in frequentie zal er voor zorgen dat bijvoorbeeld het 50 Hz-motortje in een klok sneller zal tikken wanneer het 60 Hz te verwerken krijgt. Sommige wasmachines zullen trager draaien, of soms zelf helemaal niet werken. Voor de meeste elektronische apparatuur speelt het verschil in cycli per seconde gelukkig geen rol.

Trucje om de lokale netspanning te weten te komen

Als je op reis bent in het buitenland en niet weet wat de lokale netspanning is, kijk eens naar een lamp in je hotelkamer of ergens in de supermarkt: het staat er zwart op wit!

Hier vind je een lijst van alle landen van de wereld en hun respectieve stekkers, voltages en frequenties.

Via deze link kom je te weten waarom de netspanning niet overal ter wereld dezelfde is.

Klik hier om te weten te komen waarom we niet allemaal dezelfde soort stekker gebruiken.

Hier is een kaart die toont waar welke soorten stekkers gebruikt worden in de wereld.

Dit zijn alle soorten stekkers en stopcontacten die wereldwijd gebruikt worden