Achtergrondinformatie

Onveilig bakelieten type C-stopcontact uit de jaren 1950
Het type E-stekker- en stopcontactensysteem is naar alle waarschijnlijkheid in de late jaren 1920 uitgevonden door het Gentse bedrijf Vynckier, producent van elektrisch materiaal (intussen overgenomen door General Electric Power Controls). Er werd echter nooit een patent op het ontwerp genomen, waardoor andere producenten het ontwerp zelf in productie konden nemen zonder voor een octrooilicentie te hoeven betalen. Dat verklaart waarom de Belgische, Franse, Tsjechoslowaakse (nu Tsjechische en Slowaakse) en Poolse overheid besloten type E tot standaard te verheffen, in plaats van het Duitse type F-systeem, waarop Siemens het patent had en aan wie dus octrooirechten verschuldigd waren.
In België zijn, naast stekkers van het type E, stekkers van het type C en van het type F ook toegelaten. Die laatste twee passen perfect in een type E-stopcontact. Contactdozen van het type C of F zijn mogen echter niet geïnstalleerd worden in België. Maar waarom niet?
Het is normaal gezien in België niet meer toegelaten om stopcontacten van het type C te installeren: die hebben geen aarding en dat brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Alleen contactdozen van het type E zijn toegelaten omdat die wél geaard en dus veel veiliger zijn.
De enige (en zeldzame) uitzondering op de regel is dat je bij het vervangen van een oud type C-stopcontact opnieuw een C-contactdoos mag plaatsen. Je mag zo’n ongeaard stopcontact immers niet vervangen door een geaard stopcontact (type E) zonder dat er effectief aardingsdraad aangesloten is, omdat je anders de indruk zou kunnen wekken dat het een veilige, geaarde contactdoos is. Die uitzondering is tegenwoordig echter minder en minder van toepassing. Bij oude huizen wordt bij verbouwingen zo goed als altijd de elektriciteitsbekabeling vervangen en bijgevolg zijn er tegenwoordig bijna geen elektrische installaties meer te vinden waarvan niet alle aangesloten stopcontacten een aarding hebben.